Samenvatting van initiatief
Steeds meer verloskundig professionals in Nederland kiezen voor het aanbieden van prenatale groepszorg aan zwangeren en hun partners. Deze andere manier van zorg verlenen wordt onderschreven door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Actieprogramma
Kansrijke Start en de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS).
CenteringZwangerschap (ook wel CenteringPregnancy genoemd) vervangt de individuele consulten en biedt verloskundige zorg waarin zwangeren een actieve rol spelen. Tijdens groepsbijeenkomsten met circa tien tot zestien vaste deelnemers die rond dezelfde maand
zijn uitgerekend, vinden medische controles plaats en interactieve educatie over onderwerpen als zwangerschap, gezondheid, leefstijl, bevalling en babytijd, waarbij de zwangeren ook de gelegenheid hebben om een sociaal netwerk op te bouwen. Dit gebeurt onder begeleiding
van een verloskundig zorgprofessional en een tweede begeleider (kraamverzorgende
of praktijk/afdeling-assistent) die hiervoor beiden een tweedaagse centering-training en intervisies
volgen.
Prenatale groepszorg op basis van het Centering-model leidt tot grotere tevredenheid bij moeders en bij zorgverleners. Uit internationaal onderzoek is bekend dat het tot positieve gezondheidsuitkomsten leidt en dit is nu ook in Nederland aangetoond. De positieve
effecten omvatten:
– minder voorkomen van zwangerschapshypertensie en aanverwante
complicaties;
– vaker starten met borstvoeding;
– meer (verbeterde) kennis over de
zwangerschap;
– vaker aanwezig bij prenatale zorgafspraken en
– grotere tevredenheid over de verleende
zorg.
In vergelijking met vrouwen die alleen individuele consulten volgden, ontwikkelden
vrouwen die deelnamen aan CenteringZwangerschap een gezondere leefstijl, met minder alcoholgebruik en hogere scores op het gebied van beweging en gezonde voeding.
CenteringZwangerschap wordt sinds 2012 aangeboden in Nederland. Jaarlijks
maken inmiddels ongeveer 13.000 vrouwen gebruik van deze prenatale groepszorg, die er ook voor zorgt dat (aanstaande) ouders een sociaal netwerk vormen. Dit gebeurt veelal in
de eerstelijns verloskundigenpraktijken, maar ook ziekenhuizen kunnen CenteringZwangerschap
implementeren.
Doel initiatief
Betere (meer aansluitende) zorg bieden aan zwangeren en hun partners.
Wat zijn succesfactoren van dit initiatief?
Zorgverleners en cliënten zijn meer tevreden met deze zorg dan met individuele zorg, omdat het meer informatie en verdieping geeft en meer zelfvertrouwen. Het leidt tot een betere en meer gelijkwaardige relatie tussen zorgverleners en cliënten. En het leidt tot betere uitkomsten.
Prenatale groepszorg op basis van het
Centering-model leidt tot grotere tevredenheid
bij moeders en bij zorgverleners.
De positieve effecten omvatten:
– minder voorkomen van zwangerschapshypertensie en aanverwante complicaties;
– vaker starten met borstvoeding;
– meer (verbeterde) kennis over de zwangerschap;
– vaker aanwezig bij prenatale zorgafspraken
– grotere tevredenheid over de verleende zorg.
In vergelijking met vrouwen die alleen individuele consulten volgden, ontwikkelden
vrouwen die deelnamen aan CenteringZwangerschap een gezondere leefstijl,
met minder alcoholgebruik en hogere scores op het gebied van beweging en gezonde voeding.
Verbreiding zorgmodel
Wat zijn barrières van dit initiatief?
Verloskundigen die op deze andere manier zorg gaan verlenen, ervaren dit als een investering. Ze vinden het in het begin vaak lastig om zwangeren te werven. Ook moeten ze wennen aan hun nieuwe rol: het draait niet meer om het advies van de zorgverlener maar je brengt als zorgverlener je cliënten bij elkaar en begeleidt ze als groep om zelf antwoorden te vinden op de vragen die ze bezighouden.
Wat is er nodig om dit initiatief te borgen en/of op te schalen?
Gelukkig kunnen sinds 2024 eerstelijnsverloskundigen per deelnemer een aanvullend tarief declareren bij de zorgverzekeraar. Dat helpt bij de verbreiding van deze zorg. Daarnaast zou het mooi zijn als verloskundigen al tijdens hun opleiding leren om prenatale groepszorg aan te bieden en zelfs al een stage hierin zouden kunnen volgen.
Welke twee tips of geleerde lessen zou je andere (startende) initiatieven mee willen geven?
Het valt of staat vaak met het enthousiasme van de initiators. Dit is een kracht en een zwakte tegelijk… Als het teveel afhangt van individuen strandt het initiatief al snel weer.